Symbiose

Commensalisme houdt eigenlijk in dat van de twee dieren of planten die er bij betrokken zijn, eentje voordeel heeft van de ander, terwijl de ander hier eigenlijk helemaal geen last van heeft. Een voorbeeld hiervan zijn korstmossen op bomen. Deze mossen groeien op de takken van bomen om meer licht te krijgen, de boom merkt hier zelf echter vrij weinig van! Korstmossen zelf zijn ook nog een vorm van commensalisme aangezien het eigenlijk geen mossen zijn maar een samenwerking van algen gisten en schimmels!

Soms hebben beide dieren of planten voordeel bij de relatie die ze hebben. Dit noemen ze mutualisme.

Een voorbeeld van mutualisme is de relatie tussen sommige mierensoorten en bladluizen. De mieren melken als het ware de bladluizen en in ruil hiervoor krijgen de bladluizen bescherming van de mieren. Als er een roofdier in de buurt zou komen jagen de mieren hem weg, zodat de bladluizen meer zoetigheid voor hun kunnen maken. 

Een wat bekender voorbeeld is de bijen die planten bestuiven. De bijen krijgen lekker zoete nectar van de planten. In ruil daarvoor nemen de bijen de pollen van de bloemen mee naar de volgende bloem, zodat deze zich kunnen voortplanten.

Symbiose heeft helaas niet alleen maar happy endings. Er zijn ook gevallen waar het ene dier voordeel heeft van de relatie tussen beide, maar waar het andere dier juist heel erg last ervaart. Dit noemt men parasitisme.

Een voorbeeld hiervan is sluipwespen die hun eitjes in rupsen leggen. Wanneer deze eitjes uitkomen, eten de larven van de sluipwesp de rups letterlijk van binnenuit op!

Een ander wat meer bekend voorbeeld zijn teken en vlooien. Ze zuigen bloed uit hun gastheer voor voeding, maar de gastheer krijgt hier alleen maar jeuk van en vaak ook nog nare ziektes.