Roofvogels


Rol in het ecosysteem

Roofvogels spelen een belangrijke rol in onze natuur. Onze natuur werkt namelijk volgens een zeker systeem: wanneer er veel roofdieren zijn, worden er minder prooidieren geboren. Maar wanneer er minder prooidieren zijn, overleven minder roofdieren het. Hierdoor is er weer een babyboom bij de prooidieren. en zo gaat het maar door. Ze zorgen er dus eigenlijk voor dat de populaties van "ongedierte" zoals muizen en ratten niet te groot worden en wij er niet te veel overlast van ervaren, maar ook dat de natuur er geen overlast van ervaart. Een overschot aan muizen kan natuurlijk een heel veld kaal eten.

Buizerd met prooi

Bron: buitenbeeld

Braakballen

Braakballen van Ransuil

Bron: wikipedia

Wanneer een roofvogel een prooi gevangen heeft, eet hij deze vaak in zijn geheel op. Het nadeel hiervan is dat ze de botjes en haren van de prooi niet kunnen verteren. Deze braken ze dan ook weer uit. Dit noemen we braakballen. De meest bekende dieren die dit doen zijn uilen. Zij eten alles in een keer op en in hun ballen zitten dan ook vaak botten, haren en zelfs schedels. De braakballen van verschillende uilensoorten zijn ook te onderscheiden door omvang, vorm en inhoud. Andere roofvogels scheuren het vlees meer van het bot af voordat ze het opeten. In hun braakballen zal je dan ook niet zo snel groot bot zoals een schedel vinden, maar wel veel haren en misschien wat kleinere botjes. Deze braakballen kan je zelf ook uitpluizen. weten hoe? klik hier.

Soorten

Uilen

Kerkuil  (Tyto alba)

Kerkuilen zijn 's nachts actief. Ze nestelen vaak in boerderij schuren en jagen dan op het land. De unieke vorm van hun gezicht helpt ze om beter te horen en zo kunnen ze hun prooi makkelijk vinden.

Oehoe (Bubo bubo)

De oehoe is de grootste uil van Nederland een één van de grootste ter wereld met een spanwijdte van 160 to 188 cm. Hij staat echter op de rode lijst gezien er vroeger veel op hem gejaagd werd. Tegenwoordig is hij beschermd. Hij kan wel 27 jaar oud worden!

Bosuil (strix aluco)

De bosuil is de meest voorkomende uilensoort in europa. Jonge bosuilen verlaten het nest soms al na 2 weken en kan vliegen na 3 maanden. De jongen vestigen zich vaak binnen 50 km van hun geboorteplaats. 

Hij heeft een spanwijdte van 80 tot 95 cm en wordt gemiddeld 37 tot 43 cm hoog. Hij weegt dan ook maar 380 tot 850 gram. 

Ransuil (Asio otius)

Ransuilen verzamelen zich 's winters in groepen rond voedselrijke gebieden. Wanneer ze gaan broeden gebruiken ze vaak oude kraaien en ekster nesten. In tegenstelling tot de bosuil kunnen de jongen wel honderden kilometers wegtrekken.

Velduil (Asio Flammeus)

De velduil lijkt erg op de ransuil, echter de oorpluimen zijn een stuk kleiner en heeft een andere oogkleur. Ze bewonen vooral moeras landen en veen gebieden. 

Steenuil (Athene noctua)

De steenuil is echt een plattelandsuil. hij leeft veel op en rond boerderijen, waar hij kan jagen en broeden in nissen van gebouwen en schuren. Het merendeel van de jongen vestigen zich op minder dan 10 kilometer van de geboorteplaats. 

Qua grootte is de steenuil net iets groter dan een merel, maar dan wel wat gezetter.

Valken

Slechtvalk (Falco peregrinus)

Valken hebben enorm goed zicht. Ze kunnen een muis van 1500 meter verderop zien en ook nog eens vangen! Ze leven dan ook veel in open gebieden zodat ze een goed overzicht kunnen houden over hun leefgebied.

Torenvalk (Falco tinnunculus)

De torenvalk jaagt, in tegenstelling tot de boomvalk, uitsluitend op prooidieren op de grond. Zijn meest gevangen prooi is dat ook muizen. Hij heeft een lange staart en een roodbruine rug. De man heeft in tegenstelling tot het vrouwtje een grijze kop.

Boomvalk (Falco subbuteo)

De boomvalk is gespecialiseerd in vliegende prooidieren, zelfs libelles. Ze zijn zo snel dat een boomvalk een zwaluw neer kan halen. De boomvalk is een kleine valk met een kleine staart en een rood achtereinde als ze volwassen zijn.

Smelleken (Falco Columbarius)

De smelleken is een relatief kleine valk. Het mannetje heeft een grijze kleur van boven. Deze soort jaagt vooral op zangvogels op velden. Ze is een wintergast die normaal alleen op de toendra voorkomt.

Havik

Havik (Accipiter gentilis)

De havik is een forse roofvogel met afgeronde vleugels en een lange staart. De bovenzijde van een volwassen havik is grijsbruin. De buik is licht, met fijne en dichte grijze strepen. De havik plukt zijn prooi altijd kaal voordat hij hem opeet.

Buizerd (Buteo buteo)

Het geluid van de buizerd klinkt als een soort katachtig miauwen. De buizerd is ook te paaien voor een gratis hapje en wordt vaak gespot langs de snelweg waar het aangereden wild opeet. Ze zitten hier vaak op hekpaaltjes en hectometerpaaltjes.

 

Blauwe kiekendief (Circus cyaneus)

De blauwe kiekendief is vooral te herkennen aan het feit dat de overgang tussen het achtereinde en de staart wit is. Bij de man die grijsachtig gekleurd is valt dit minder op, maar bij de bruine vrouwtjes valt het wel makkelijk te herkennen. Ze jagen voornamelijk op konijnen en andere kleine zoogdieren.

Sperwer (Accipiter nisus)

De sperwer is een kleine roofvogel die te herkennen is aan de strepen op zijn borst. Hij jaagt voornamelijk op zangvogels en geeft niet snel op. Komt voor in tuinen, bossen, parken, veel halfopen landschappen.

Wespendief (Pernis apivorus)

De wespendief heeft haar naam verdient aan het feit dat ze graag wespennesten uitgraaft om de honing en de larven te eten. Dit kan ze doen doordat de huid op haar poten erg dik is en de veren op haar kop op schubben lijken. Dit voorkomt dat ze gestoken wordt. De wespendief komt hier alleen in de zomer voor en trekt in de winter naar de sahara.

Arend

Zeearend (Haliaeetus albicilla)

Deze enorme roofvogel houd wel van een visje, en vangt ze dan ook zo uit het water. Ze zijn daarom ook vaak te vinden in delta gebieden en andere waterrijke gebieden. Ze leven meestal solitair.

Visarend (Pandion haliaetus)

De visarend is een vogel die uitsluitend van vis eet. Hij is redelijk makkelijk te herkennen aan de witte onderkant en kop. Over deze kop loopt van het oog tot aan de donkere rug een dikke bruine streep. 

Bron: Vogelbescherming.nl