Watervogels


Nederland is van oorsprong een grote rivierendelta: veel Europese rivieren eindigen in ons land. Daarom is er ook veel water en water betekent watervogels!

Waterbestendig

Veel watervogels zijn aangepast aan het leven op het water. Zo hebben veel soorten zoals eenden, ganzen en zwanen zwemvliezen tussen de tenen die hun helpen met het zwemmen door het water. Een andere aanpassing is het waterbestendige laagje op hun veren. Dit is een speciale olie uit een klier van hun lichaam die ze vervolgens over al hun veren aanbrengen. Daarnaast zitten de poten vaak verder achteraan het lichaam, wat het zwemmen bevorderd, maar het lopen moeilijker maakt. Dit is ook waarom eenden altijd waggelen. 

De eend is een goed voorbeeld van aanpassen aan het leven op het water.

Trek

De Canadese gans is een van de trekvogels die het virus met zich meeneemt.

Veel watervogels trekken naar Nederland in de zomer om te broeden, zoals de Lepelaar. Maar het gros van de watervogels komen hierheen om te overwinteren en vertrekken in de zomer weer. Van vijftien soorten is dit zelfs een derde of meer van de Noordwest-Europese populatie. Daarom hebben we in Nederland ook speciale wetgeving om vogels te beschermen: De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Beide vallen onder de Natura 2000 gebieden. Helaas heeft deze grote trek van watervogels ook een flink nadeel: de vogelgriep wordt hierdoor makkelijk over grote gebieden verspreid, waardoor veel vogels sterven.

Soorten

Wilde eend

(Anas platyrhynchos)

Slobeend

(Spatula clypeata)

Pijlstaart

(Anas acuta)

Waterhoen

(Galliula chloropus)

Meerkoet

(Fulica atra)

Fuut

(Podiceps cristatus)

Aalscholver

(Phalacrocorax carbo)

Knobbelzwaan

(Cygnus olor)

Wilde zwaan

(Cygnus cygnus)